10 Os

Het boek is als volgt opgebouwd: Sectie één presenteert organisatorisch DNA als een techniek die wordt gebruikt om de moeilijkheden waarmee een organisatie te maken heeft te lokaliseren. Sectie twee onderzoekt de rol van organisatorische virtualiteit als het gebruik en de ontwikkeling van goede organisatorische gewoontes. Sectie drie omarmt organisatorische betrokkenheid als de loyaliteit van de medewerker aan de organisatie. Sectie vier presenteert het organisatorische leren als een katalysator om de organisatie op een progressieve manier te begeleiden. Sectie vijf benadrukt de organisatorische samenhang als de neiging van een groep om bij elkaar te blijven. Sectie zes presenteert de rol van organisatorische wendbaarheid, omdat deze het personeel kennis en hoge vaardigheden verschaft. Sectie zeven onderzoekt de organisatorische identificatie als een belangrijke rol in het besluitvormingsproces van een organisatie. Sectie acht omarmt de organisatie-ethische cultuur als een systeem van gedeelde waarden. Sectie negen presenteert het organisatorische geheugen als een belangrijke rol in de toepassing van kennis. Sectie tien omarmt organisatorische ambidexteriteit als de schakel tussen het verkennen en benutten van kansen.